Grenzen stellen en nee zeggen
‘Nee’ zeggen en een grens aangeven, met de consequentie die daar aan hangt, kan soms heel lastig zijn. Het formuleren van een grens is de eerste stap, denk aan grenzen zoals: ‘ik ga na je verjaardag niet mee de stad in’ of ‘morgen kan ik die extra dienst niet op mij nemen’ .
De stap zetten om het ook echt te gaan doen kan soms moeilijker zijn. We hebben vaak gedachtes en overtuigingen over het stellen van deze grens ‘Ik ben een slechte vriend(in)’, ‘dan vinden ze mij misschien saai’ of ‘ik zet me zo niet voldoende in en stel mensen teleur.’
Kijk eens vooruit naar een moment waarop jij een grens gaat aangeven (of terug op een situaties waar jij je grens eigenlijk wilde aangeven). Misschien heb je een vraag gekregen vanuit je werk of wil iemand met je afspreken. Welke gedachtes komen boven? Wat geloof je nou eigenlijk over deze situatie?
Neem deze overtuiging eens in je gedachten en kijk terug op je leven. Wanneer kwamen deze overtuiging nog meer voor? Kan je je bijvoorbeeld ook herinneren wanneer het eerste moment was dat je dat ging geloven? Deze overtuigingen kunnen heel hardnekkig zijn en ons tegenhouden in het leven. Overtuigingen kunnen ontstaan door een situatie die voorvalt (kleine momenten of juist grote trauma’s), als anderen steeds iets herhalen (‘in het donker fietsen is gevaarlijk’) of op basis van reacties van anderen zowel verbaal als non-verbaal.
In ons leven verzamelen we dus een hele rugtas vol met overtuigingen. Sommige hebben we van anderen gekregen (bewust of onbewust), andere hebben we zelf geformuleerd en soms krijgen we ze mee van de generaties voor ons. Die zitten soms zo diep in ons, dat we dat niet altijd bewust door hebben. Op basis van o.a. onze overtuigingen maken we keuzes in het leven en ze hebben dus ook invloed op het aangeven van grenzen.
Als we dan even kijken naar een werksituatie waarbij je gevraagd wordt om in te vallen. Jouw keuze is hierbij dat je dat niet wil of kan doen, maar er komt een belemmerende overtuiging naar boven, waardoor je in conflict raakt met jezelf. Die overtuiging kan dus zijn ‘ik zet me niet goed genoeg in en stel mensen teleur’ of ‘straks verlengen ze mijn contact niet.’ Je kunt dus gaan voelen wanneer je voor het eerst het gevoel kreeg, dat als je iets niet deed, je de ander dan zou teleurstellen. Je mag je dan ook afvragen of deze overtuiging eigenlijk wel klopt in deze situatie, of neem je deze mee vanuit je verleden. Als je naar die oude situatie hebt gekeken en compassie hebt kunnen voelen voor je eigen IK, die toen die overtuiging heeft ontwikkeld, is het mooi te kijken naar wat je wel wil geloven.
Welke nieuwe overtuiging mag je hebben over deze grens? Denk aan een overtuiging als: ‘ik mag mijn eigen keuzes maken, dit maakt mij geen mindere medewerker’ of ‘Als ik niet extra werk kan ik productiviteit en kwaliteit beter waarborgen.’
Het ontrafelen van die overtuigingen die je tegen houden, waar ze vandaag komen en welke gevoelens daar nog onder zitten, is soms best ingewikkeld. Het is dan ook heel fijn om dit samen te doen. Dat iemand met jou mee kan kijken en je de vragen kan stellen die nodig zijn om bij de kern te komen. Vind jij het moeilijk om grenzen aan te geven omdat er bijvoorbeeld overtuigingen in de weg staan, dan kan ik je wellicht ondersteunen in dit proces. Dat jij mag gaan kijken naar wat er was en hoe je, in het nu, bij je grens kan en mag blijven.
Liefs, Sifra

0 reacties